Wet Verbetering Poortwachter

Op 1 april 2002 werd de Wet Verbetering Poortwachter aangenomen. Een Nederlandse wet die gericht is op het beperken van langdurig ziekteverzuim. Het uitgangspunt is dat de werkgever en medewerker zich inzetten om de betreffende zieke medewerker zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Hierbij wordt een werkgever ondersteund door een gecertificeerde arbodienst of bedrijfsarts. 

Werken naar een duurzaam herstel

Het doel van de verzuimbegeleiding door de arbodienst is in de eerste plaats altijd gericht op een duurzaam herstel. Dit houdt in dat de verzuimmanagers van Capability altijd sturen naar een snel en verantwoord herstel, waarbij de onderliggende problemen opgelost worden. Zodat een dergelijke situatie in de toekomst voorkomen wordt. 

Richtlijnen Wet Verbetering Poortwachter

Daarbij volgt Capability, als gecertificeerde arbodienst, de richtlijnen en verplichtingen vanuit de Wet Verbetering Poortwachter. Als onderdeel van deze wet zijn er een aantal piketpalen in de grond geslagen. Aan deze tijdsafhankelijke verplichtingen dient door werkgever en medewerker voldaan te worden om eventuele loonsancties vanuit het UWV te voorkomen. De stappen zijn bedoeld om het herstelproces in goede banen te leiden zijn. 

Inspanningsplicht

Gedurende dit proces geldt er een inspanningsverplichting voor zowel de werkgever als medewerker. Is het bijvoorbeeld voor de medewerker niet mogelijk om volledig in het oude werk terug te keren, dan dient de werkgever waar mogelijk aangepast werk aan te bieden. De medewerker heeft op zijn beurt weer de verplichting om het aangeboden werk aan te nemen. 

Het eerste ziektejaar

  • Week 1: Het proces begint met het doen van een verzuimmelding. Uiterlijk binnen één week na de eerste ziektedag, dient het verzuim gemeld te worden bij de arbodienst of bedrijfsarts.
  • Week 6: De arbodienst of bedrijfsarts dient na zes weken een probleemanalyse te maken. Zodra blijkt dat de zieke medewerker niet meer kan terugkeren in het eigen werk, dan dient de werkgever een re-integratietraject (spoor 2) op te starten.
  • Voortgangsgesprekken: Elke zes weken vindt er een voortgangsgesprek plaats met de verzuimmanager.
  • Week 8: Er dient binnen acht weken na de eerste ziektedag een Plan van Aanpak opgesteld te worden. Dit doet de werkgever in overleg met de medewerker.
  • Re-integratiedossier: Dreigt je medewerker een lange tijd te verzuimen, dan dien je als werkgever een re-integratiedossier aan te leggen. Uiteraard helpt de verzuimmanager je hierbij.
  • Week 42: Verzuimt de medewerker in de 42ste week na de ziekmelding nog steeds? Dan dient de medewerker bij het UWV ziekgemeld te worden.  
  • Week 46 tot 52: Er volgt een eerstejaarsevaluatie, opgesteld door de werkgever in overleg met de medewerker.

Het tweede ziektejaar

  • Werk- en/of werkplek aanpassen: Wanneer een medewerker meer dan één jaar verzuimt, dient de werkgever het werk en/of de werkplek voor de medewerker aan te passen, wanneer dat gewenst is.
  • 20 maanden: Wanneer de medewerker na 20 maanden nog steeds verzuimt, dient er een re-integratieverslag opgesteld te worden door de werkgever en medewerker. Zodra het einde van het tweede jaar in verzuim aantreedt dienen werkgever en medewerker gezamenlijk de eindevaluatie van het Plan van Aanpak op te stellen.
  • Week 87: Blijft de medewerker in verzuim, dan stuur het UWV in week 87 na de eerste verzuimmelding een WIA-aanvraagformulier naar de medewerker. Hierbij krijgt de medewerker het verzoek om deze met de eindevaluatie van het Plan van Aanpak en re-integratieverslag in te dienen. Wanneer de WIA-aanvraag, het re-integratieverslag en de evaluatie van het Plan van Aanpak door het UWV goedgekeurd worden, voert het UWV een WIA-keuring uit. 

Wil je meer weten over verzuimbegeleiding of over de Wet Verbetering Poortwachter?
Neem contact met ons op of raadpleeg deze website.

Wat voor baas ben jij?