Bedrijfshulpverlening gaat namelijk verder dan het aanleggen van een verbandje. Hoe is dat binnen jouw organisatie geregeld?
Bij de uitvoering van een RI&E wordt ook gekeken of de BHV organisatie op orde is. Vragen die daar gesteld worden:
• Heeft het bedrijf een bedrijfsnood- of ontruimingsplan?
• Zijn de vluchtwegplattegronden en bewegwijzering op orde en actueel?
• Zijn er voldoende BHV’ers opgeleid?
• Hebben de ontruimingsoefeningen plaatsgevonden?
• Zijn alle BHV middelen - zoals brandblussers, AED en verbandkoffers - aanwezig en gecontroleerd?
De vertaling vanuit de RI&E naar de BHV-organisatie is dus maatwerk.
Je zou kunnen zeggen dat BHV’ers de handen en voeten zijn van de RI&E. Ze hebben als taak om adequaat in te grijpen bij noodsituaties, zoals brand in het gebouw of wanneer iemand EHBO nodig heeft. Volgens de Arbowet ben je als werkgever verplicht om één of meer BHV’ers aan te wijzen. Dat kun jij ook zelf zijn. Het verplichte aantal BHV’ers is niet wettelijk vastgelegd. Begrijpelijk is natuurlijk dat je niet van één medewerker kunt verwachten dat deze altijd aanwezig is om hulpverlening te bieden in een noodsituatie.
BHV’ers kunnen zich aanmelden of worden aangewezen. Ze doen dit vaak naast hun gebruikelijke werkzaamheden. In gevaarlijke situaties is vooraf duidelijk wie de leiding neemt en wie de overige medewerkers en gasten begeleidt. Bij een calamiteit is de BHV’er/ Hoofd BHV ook de contactpersoon voor hulpdiensten, zoals brandweer, politie of ambulance.
De crux zit ‘m in de juiste opleiding, actuele kennis en goede uitrusting. Dat gaat verder dan een BHV hesje. Er zijn officieel geen regels voor, maar we weten wel dat een snelle online cursus je in de praktijk niet gaat redden. Net zo goed als een brand blussen meer is dan het doven van een veredelde barbecue. BHV’ers moeten daarnaast de basale Eerste Hulp goed kunnen verlenen en ze moeten het pand kunnen ontruimen. Er is geen wettelijke norm die aangeeft hoe vaak BHV’ers naar een opfriscursus moeten, maar de kracht van herhaling biedt meer zekerheid op een goede afloop. Hoe lang een certificaat geldt, is arbitrair. Het belangrijkste is dat de kennis up-to-date blijft en de BHV’er zijn of haar vaardigheden niet verleert en te allen tijde, direct en zonder twijfel, handelend op kan treden.
Jaarlijks tellen we in Nederland nog steeds 60 doden, 4.400 bedrijfsongevallen, ruim 4.000 bedrijfsbranden en 11.000 reanimatieoproepen. Als we alle risico’s in beeld hebben en ons weten te omringen door goed opgeleide BHV’ers dan kunnen deze cijfers naar beneden. Hoe we het ook wenden of keren: elke klant en medewerker wil zich veilig voelen. Het is de verantwoordelijkheid van werkgevers om daar in de basis aan te voldoen.
Meer informatie? Dat lees je hier:
Leer een veilige werkplek creëren
De 15 beste tips uit de goede BHV-praktijken | Arboportaal
Handreiking arbomaatregelen bedrijfshulpverlening | SER
Lees ook ons artikel over RI&E