Burn-out sluipt erin, maar je kunt het vóór zijn

“Het begint vaak heel onschuldig,” zegt Lisette Willers, bedrijfsarts bij Capability. “Een beetje slechter slapen. Een vol hoofd. Meer fouten maken dan normaal. En voor je het weet, is de koek op.” Burn-out is een groeiend probleem op de werkvloer, en het treft zowel de starter als de doorgewinterde professional. Hoe kun je als werkgever burn-out signaleren én voorkomen? En wat kunnen medewerkers zelf doen? We vroegen het aan Lisette.

Wat ís burn-out en waarom is het zo ingrijpend?

Burn-out is een syndroom dat voortkomt uit chronische stress welke niet succesvol is aangepakt. Kenmerken zijn: gevoelens van energie-uitputting, een groeiende mentale afstand tot het werk, slaapproblemen, een continu gestrest of opgejaagd gevoel en een verminderd professioneel functioneren.

“Burn-out is dus geen modewoord of luxeprobleem,” zegt Lisette. “Het is een serieuze uitputtingsreactie van lichaam én geest na langdurige overbelasting. En het kan echt iedereen overkomen.” Vaak zit het in een combinatie van factoren: “Structurele werkdruk, stress in het privéleven, weinig invloed kunnen uitoefenen op je werk, gebrek aan waardering, een hoog verantwoordelijkheidsgevoel én te weinig herstelmomenten. Mensen blijven maar doorgaan tot hun lichaam of hoofd de handrem aantrekt. En dan is het vaak al te laat.”

Signalen herkennen: wanneer trek je aan de bel?

Burn-out komt zelden uit het niets. Vaak zijn er al weken of maanden subtiele signalen zichtbaar, als je weet waar je op moet letten. Juist leidinggevenden kunnen daarin het verschil maken. Lisette: “Let op gedragsveranderingen. Iemand die altijd energiek was, maar nu stil wordt in vergaderingen. Die vaker ziek is, achterloopt met werk of emotioneler reageert dan normaal. Dat zijn geen aanstellerijen, dat zijn rode vlaggen.”

Ze benadrukt dat het dan belangrijk is om niet direct in de oplossingsstand te schieten, maar eerst het eerlijke gesprek aan te gaan. “Stel open vragen als: ‘Hoe gaat het écht met je?’ en ‘Wat zou jou op dit moment helpen?’ Zonder oordeel, mét oprechte interesse.” Zo’n gesprek biedt ruimte en erkenning. “Alleen al het gevoel dat je gezien en gehoord wordt, verlaagt de stress. Mensen ervaren dan: ik hoef het niet alleen te dragen. En dat maakt het veel makkelijker om hulp te accepteren of samen naar oplossingen te kijken.”

Een gezonde werkcultuur begint bij normaal doen over herstel

Voorkomen begint bij een cultuur waarin het normaal is om je grenzen aan te geven, stelt Lisette. “Als de ongeschreven regel is dat je altijd maar doorgaat, dan doen mensen dat ook. Tot ze omvallen.” Leidinggevenden hebben daarin een voorbeeldrol. “Laat zien dat het oké is om pauzes te nemen, om ‘nee’ te zeggen en om af en toe gas terug te nemen.”

Ook praktisch zijn er volgens haar genoeg mogelijkheden. Denk aan een werkdrukscan, regelmatige check-ins of een preventief spreekuur. “Mede door de drukte op het werk wordt de preventieve kant vaak vergeten en wordt er pas iets gedaan als het te laat is. Door genoeg aandacht te besteden aan preventie aan de voorkant, kun je veel leed én verzuim voorkomen.”

Zelfzorg als serieuze strategie

Wat kunnen medewerkers zelf doen? “Vooral luisteren naar je lijf,” vertelt Lisette resoluut. “Veel mensen voelen allang dat ze op hun tenen lopen, maar negeren die signalen bewust of onbewust. Omdat ze loyaal zijn aan hun werkgever of collega’s, of bang zijn voor gezichtsverlies of consequenties.” Haar advies: “Maak jezelf belangrijk. Plan herstelmomenten in, durf ‘nee’ te zeggen en trek op tijd aan de bel; bij je leidinggevende, een collega of een coach. Je hoeft het niet alleen te doen.”

Een mooi voorbeeld daarvan zag Lisette bij een medewerker die na een burn-out haar leven structureel anders is gaan inrichten. “Ze werkte in een organisatie waar de prestatiedruk enorm hoog was. In die cultuur was het bijna vanzelfsprekend om altijd maar door te gaan. Maar sinds haar herstel voelt ze veel beter haar grenzen aan. Als haar lijf aangeeft: dit is te veel, dan handelt ze daarnaar. Ze zegt het eerlijk op het werk en weigert opdrachten of deadlines als die niet haalbaar zijn.” Dat kostte tijd en doorzettingsvermogen, geeft Lisette toe: “In het begin werd er soms nog gepusht, maar inmiddels wordt ze juist gewaardeerd om haar standvastigheid. Ze haalt nu veel meer plezier uit haar werk en voelt zich beter dan ooit. Dáár zit de kracht van echte zelfzorg: niet alleen om te herstellen, maar om sterker en bewuster terug te komen; ook in een werkomgeving die niet vanzelf meebeweegt.”

Werkgevers als sleutelspelers in duurzame inzetbaarheid

Burn-out is geen individueel probleem, benadrukt Lisette tot slot. “Het herstel gaat sneller als ook de werkomgeving wordt geoptimaliseerd. Door als werkgever structureel ruimte te bieden voor herstel, autonomie en erkenning, investeer je niet alleen in je mensen, maar in de toekomst van je hele organisatie. En dit cliché is zeker waar: voorkomen is beter dan genezen. Zeker bij burn-out, waar herstel vaak maanden duurt.”

Zelf aan de slag?

  • Organiseer een preventief spreekuur met een verzuimmanager of bedrijfsarts
  • Creëer een open gesprekscultuur op de werkvloer
  • Let op signalen van overbelasting en neem ze serieus
  • Stimuleer herstelmomenten en grenzen aangeven, maak pauzes verplicht
  • Vraag je af: hoe werkbaar is het werk eigenlijk?
Lisette Willers - Bedrijfsarts Capability Arbodienst

Nieuwsbrief, schrijf je in

Wil je meer waardevolle inzichten ontvangen over verzuim, preventie en duurzame inzetbaarheid? Dan vragen we je aandacht, het is namelijk tijd voor actie. Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief.

We horen graag van je

Kennismaken? Een vraag stellen of op zoek naar advies?
We helpen je graag op weg.